Voordat suikerriet werd geplant in het Caribisch gebied, voordat gin werd gedistilleerd in Londen, voordat het woord 'alcohol' 
zelfs voor de eerste keer werd gebruikt, mensen dronken arak. Aan het einde van de 15e eeuw bereikten Portugese en 
Nederlandse handelaren het eiland Java. Ze ontdekken dat Chinese suikerrietplanters een geheim recept ontwikkelden 
waarmee melasse kon worden gefermenteerd en vervolgens gedistilleerd om te produceren wat tegenwoordig bekend staat 
als BATAVIA ARRACK - DE INDONESISCHE RUM. We kunnen Batavia Arrack vertalen als "de sterke drank van Jakarta." 
Batavia Arrack onderscheidt zich van andere rum door de toevoeging van gefermenteerde rode rijstbroden, genaamd Qu of 
Chu in het melassefermentatieproces. Deze melassewijn werd vervolgens gedistilleerd in traditionele Chinese 65% stills en 
vervolgens opgeslagen in terracotta potten. Het gebruik van leaguers (150 gallon drums) om de Batavia Arrack op te slaan 
en te verschepen begon in 1641. Ze zijn gemaakt van traditioneel Indonesisch hout: teak.
De naam Naga is die van het mythische wezen van Azië, slangenbewaker van de schatten van de aarde en symbool van 
welvaart, vruchtbaarheid en beschermer van de schatten van de natuur. De nāga is een mythisch wezen van het hindoeïsme, 
maar het woord betekent eigenlijk ook: slang. De naga in religie bewaken de schatten van de natuur, zijn gehecht aan water en 
brengen welvaart. In de legendes van India en heel Zuidoost-Azië zijn de nâga's bewoners van de onderwereld waar ze 
angstvallig de schatten van de aarde bewaken. Het is ook aan de naga dat we de vruchtbaarheid van de bodem te danken 
hebben.